![]() |
GEDRAGSCODES BEGELEIDERS NBF |
![]() |
GEDRAGSCODE BEGELEIDERS
De gedragscode geeft regels en aanbevelingen waaraan begeleiders zich in hun dagelijkse werk dienen te houden. De gedragscode bestaat tevens uit richtlijnen voor de begeleider, waarmee seksuele intimidatie en andere vormen van ongewenst gedrag kan worden voorkomen.
De gedragscode is onderdeel van de NBF-reglementen en is derhalve van toepassing op allen die op enigerlei wijze betrokken zijn bij het begeleiden van sporters.
DEFINITIES
Onder ‘begeleider’ wordt in deze gedragscode verstaan:
- coaches
- sportbegeleiders
- sporttechnisch kader
- sportmedisch kader
- bestuurlijk kader
- facilitair kader
- sport organisatorisch kader (bijvoorbeeld wedstrijdorganisatie, jury, scheidsrechter e.d.)
Onder ‘sporter’ wordt in deze gedragscode verstaan: zowel meisjes en jongens als vrouwen en mannen.
NALEVING
De begeleider zal er actief op toezien dat de regels worden nageleefd door iedereen die bij de sporter is betrokken. Indien hij gedrag signaleert dat niet in overeenstemming is met de regels, zal hij de betreffende persoon daarop aanspreken. Je moet je realiseren dat je een voorbeeldfunctie hebt. Als je grensoverschrijdend gedrag signaleert, moet je maatregelen nemen. Je moet:
- de betreffende persoon op zijn gedrag aanspreken;
- het bestuur van de vereniging of NBF inlichten;
- een officiële klacht indienen bij het bestuur van de vereniging of de NBF;
- aangifte doen bij de politie (in overleg met het slachtoffer) indien een strafbaar feit is gepleegd volgens het wetboek van strafrecht.
In die gevallen waarin de gedragscode niet (direct) voorziet, ligt het binnen de verantwoordelijkheid van de begeleider in de geest hiervan te handelen.
Bij niet naleven van de gedragscode, kan overgegaan worden tot maatregelen conform de reglementen van de NBF.
Reacties op deze gedragscode kunnen worden gemeld aan de directie van de NBF. Zaken die tegen de gedragscode ingaan, dienen gemeld te worden aan de vertrouwenscontactpersonen van de NBF.
WERKINGSGEBIED
De gedragsregels gelden voor allen die direct of indirect zijn betrokken bij de begeleiding of sportbeoefening van één of meer sporters. Deze regels gelden naast of als aanvulling op richtlijnen van begeleiders die voor de uitoefening van hun beroep al over eigen gedragsregels of een beroepscode beschikken, zoals (sport)artsen, fysiotherapeuten, psychologen, enzovoort. Andere betrokkenen dan de hiervoor genoemden, zoals familieleden en medesporters dienen deze regels eveneens na te leven.
1. DE SPORTER
Regels:
- Laat de sporter geen ongeoorloofde middelen gebruiken of procedures volgen die niet zijn toegestaan. Vereis het gebruik ervan niet en raad ze ook niet aan.
- Maak de sporters gevoelig voor het dopingprobleem.
1.2. GEESTELIJKE INTEGRITEIT
Regels:
- Laat beledigende of denigrerende uitingen en gebaren achterwege.
- Discrimineer niemand vanwege zijn/haar geslacht, ras, mentale toestand, huidskleur, handicap, seksuele oriëntatie, leeftijd, beroep, religie of politieke overtuiging.
- Pleeg overleg met de sporters over alle beslissingen die hen betreffen, streef daarbij naar een zo groot mogelijke consensus.
- Neem beslissingen die de sporters betreffen altijd zo, dat je de redenen hiervoor kunt aangeven. Wees ook altijd bereid om die redenen aan te geven.
- Moedig de sporters uitdrukkelijk aan de verantwoordelijkheid voor hun eigen beslissingen te nemen.
1.3. SOCIALE INTEGRITEIT
Regels:
- Maak geen persoonlijke en/of vertrouwelijke informatie over de sporters voor het brede publiek toegankelijk, tenzij je hun uitdrukkelijke toestemming hebt.
- Bekritiseer sporters niet in het openbaar.
- Respecteer de culturele bijzonderheden van de sporters, voor zover zij zelf of anderen daardoor geen onmiddellijke risico’s lopen.
1.4. BEGELEIDING
Regels:
- Zorg voor een aangename, open en vertrouwensvolle sfeer tijdens de training en de wedstrijd, zodat de sporters zich goed voelen en hun individuele vaardigheden op een optimale manier kunnen ontplooien.
- Plan zowel het training - en wedstrijdgebeuren als de daarbij behorende communicatie processen zo, dat de sporters hun vaardigheden en talenten op een zo goed mogelijke manier kunnen ontwikkelen en langdurig kunnen behouden.
- Draag naar vermogen bij aan het welzijn van de sporters, zowel binnen de sport als (indien gewenst) ook buiten de sport.
- Benader ook zieke en geblesseerde sporters met interesse en welwillendheid.
- Richt je in het werk niet uitsluitend op succes. Blijf je ervan bewust dat je steeds ook een begeleidende en pedagogische taak vervult.
- Wees steeds een voorbeeld in optreden, taalgebruik en nauwgezetheid.
- Moedig jouw sporters aan om aan dezelfde maatstaven te voldoen.
- Accepteer dat ook andere trainers en deskundigen voor de sporters van nut kunnen zijn. Indien mogelijk, accepteer dan dat sporters de diensten van andere experts gebruiken.
- Als je kinderen en jongeren traint, pleeg dan regelmatig met hun ouders overleg over de (lichamelijke, geestelijke en sociale) uitwerkingen van het training - en wedstrijdprogramma.
- Stel de ouders onmiddellijk in kennis als je (om welke redenen dan ook) over het welzijn van hun kinderen en jongeren bezorgd bent.
2. RELATIES BINNEN DE SPORT
2.4. ALLE SPORTBETROKKENEN
De begeleider heeft de plicht om alle sportbetrokkenen fair te behandelen en zich voor een fair gedrag en de belangen van de sport in te zetten.
Regels:
- Werk volgens de geest en regels van de bowlingsport.
- Treed steeds als waardig vertegenwoordiger van de bowlingsport op.
- Spoor jouw sporters aan tot een adequate omgang met de regels.
- Spoor jouw sporters aan tot een respectvol en fair omgaan met de tegenstander.
- Spoor jouw sporters aan tot een respectvol en fair omgaan met de scheidsrechters, starters, juryleden, etc.
- Draag met jouw kennis en ervaring aan de verdere ontwikkeling van de bowlingsport bij.
- Sta positief tegenover acties van de bowlingsport om nieuwe leden te werven.
- Spoor jouw sporters aan tot een respectvol en fair omgaan met allen die betrokken zijn bij het organiseren en leiden van trainingen, wedstrijden, testen, demonstraties, tochten en shows.
2.5. OVERIGE BETROKKENEN (SPONSORS, JOURNALISTEN, VERTEGENWOORDIGERS VAN HET PUBLIEKE DOMEIN)
Regels:
- Verstrek ware en voldoende informatie aan derden zo lang daardoor geen rechten van anderen geschaad worden.
- Treed betrokkenen met respect en eerbied tegemoet.
- Overleg bij twijfel of aarzeling met de achterban (bijvoorbeeld bestuur van vereniging stichting en/of bond)
3. OMSTANDIGHEDEN EN PROFESSIONELE STANDAARD
3.1. ADEQUATE OMSTANDIGHEDEN
Regels:
- Tracht zoveel mogelijk je onafhankelijkheid te bewaren.
3.3. DESKUNDIGHEID
De begeleider heeft de plicht om zijn deskundigheid op peil te houden.
Regels:
- Tracht een zo hoog mogelijk kwalificatieniveau te verwerven en te behouden.
- Maak regelmatig een kritische en eerlijke zelfanalyse.
- Moedig andere mensen aan om jouw handelen op een constructieve manier te bekritiseren en ga met deze kritiek eerlijk om.
- Toets je vereiste deskundigheid aan het vereiste peil/niveau door regelmatig overleg met collega’s en/of bestuursleden.